Eigenschappen

Ongeveer 5% van de volwassenen is uitgesproken creatief. De kenmerken van deze mensen vormen een leidraad voor aan te leren creatief gedrag. Jonge kinderen blijken al over een aantal van deze kenmerken te beschikken.

Tony Buzan, de Britse goeroe van Mindmapping, heeft onderzocht hoeveel procent van de Engelse leerlingen een probleem creatief kunnen oplossen:

  • kleuters                                90-95%
  • primary school                   70-75%
  • secundary school               40-50%
  • highschool                           20-25%
  • volwassenen                       0-10%

Kleuters kunnen dus blijkbaar al wat we alle leerlingen zouden willen leren. Van alle volwassenen is zo’n 5% in staat een probleem creatief op te lossen. Dat is dan wel een interessante groep mensen. Welke persoonlijke eigenschappen hebben deze mensen waardoor zij zo creatief zijn? Daar is onderzoek naar gedaan.eigenschappen van creatieve denkers De OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development, www.oecd.org) hanteert vijf hoofdeigenschappen die weer onderverdeeld zijn in drie sub-eigenschappen. Deze mensen zijn:

  1. fantasierijk (speels, combinerend, intuïtief)
  2. nieuwsgierig (verwonderd, onderzoekend, stelt aannames ter discussie)
  3. volhardend (kan omgaan met onzekerheid, bijt zich ergens in vast, durft af te wijken)
  4. samenwerkend (deelt resultaat, kan feedback geven en ontvangen, kan goed samenwerken)
  5. vakkundig (kritisch, technisch ontwikkeld, steeds verbeterend)

Omdat jonge kinderen bijna allemaal in staat waren het probleem creatief op te lossen kunnen we veronderstellen dat zij dus over bovengenoemde kwaliteiten beschikken. Bij fantasierijk, nieuwsgierig en volhardend kan ik mij alles voorstellen, van kleuters die op de basisschool beginnen is bekend dat zij zich na zes weken geconformeerd hebben aan wat ze denken dat van hen verwacht wordt. Deze kinderen leren door spel, experiment en onderzoek, vragen ‘waarom?’ tot er geen antwoord meer komt en zijn niet af te leiden als zij ergens hun zinnen op gezet hebben. Kennelijk kunnen zij beter samenwerken dan het onderwijs gemiddeld verwacht. De opdracht waarmee dit onderzoek is uitgevoerd kennen wij niet, maar hij was goed afgestemd op het niveau van de kinderen want zij hadden er voldoende kennis voor paraat.

Dit geeft aan dat creatief denken op ieder niveau mogelijk is.

Creatief denken is niet voorbehouden aan wetenschappers met tien jaar ervaring (H.Gardner in ‘Five Minds for the Future’) en ook niet afhankelijk van basiskennis op minimaal HAVO-niveau (B.Bloom, Taxonomie). Ieder mens zou passend bij zijn eigen werk- en denkniveau in staat moeten zijn tot creatief denken.

De ontwikkeling van beelddenken naar taaldenken is een natuurlijk proces dat in het onderwijs gestimuleerd wordt. Kinderen leren logisch denken, taalkundig en mathematisch begripsdenken, denken met de linker hersenhelft.

Linker- en rechter hersenhelft met eigenschappen
Linker- en rechter hersenhelft met eigenschappen

Creatief denken maakt gebruik van beide hersenhelften. Tijdens het creatieve denkproces maken de neuronen in het brein vooral verbindingen tussen netwerken in beide hemisferen, de denker pendelt heen en weer tussen weten en voelen, tussen convergent en divergent denken, tussen taal en beeld. Wie niet meer kan spelen, fantaseren, associëren, wie geen verhalen meer kan bedenken en niet meer durft af te wijken van de standaard, wie de wereld niet meer in verwondering benadert en geen vragen stelt, niet nieuwsgierig is en zich niet open durft te stellen voor nieuwe ervaringen heeft niets om verbinding mee te maken. Dan kun je nog zo veel kennis hebben, je kunt er niets nieuws mee bedenken en geen problemen mee oplossen.

Zo bezien zijn in het primair onderwijs twee zaken van belang:

  1. blijven werken met de rechter hersenhelft,
  2. bewust aanleren van creatief denken.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>